Iedereen die weleens in aanraking is gekomen met een notaris, is bekend met de term derdengeldrekening – of kwaliteitsrekening. Het begrip verwijst naar een rekening die wordt gebruikt om geld dat niet van de notaris is (tijdelijk) te stallen. Waarom we dit in Nederland doen en hoe dit zo gekomen is? Je leest het hieronder!
We beginnen dit artikel met een gezonde dosis non-informatie: een notaris krijgt weleens met geld te maken. Declaraties voor zijn eigen gemaakte kosten, natuurlijk. Maar ook bedragen die in wezen helemaal niet voor hem of haar zijn bedoeld.
Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer je een woning koopt. Stel – je betrekt binnenkort een koophuis van €400.000. Dan is het, vanwege verschillende redenen die we hieronder verder verklaren, niet toegestaan om dit bedrag direct op de bankrekening van de verkoper te storten. Dit moet eerst naar een notaris.
De notaris mag deze vier ton echter niet zomaar op zijn of haar zakelijke rekening bijschrijven. Daarom wordt er een kwaliteitsrekening het leven geroepen. Een rekening specifiek bedoeld voor het geld van derden, dus.
Waarom bestaat er zoiets als een derdengeldrekening?
Dé reden dat zo’n rekening überhaupt iets is, zit hem in het simpele gegeven dat het verplicht is. Wettelijk verplicht.
De Wet op het notarisambt (Wna) en de Gerechtsdeurwaarderswet zijn hier verantwoordelijk voor. Deze wetten maken het voor bepaalde beroepsgroepen verplicht om gelden van klanten die ze tijdelijk beheren op een aparte rekening te zetten. Een derde rekening, dus. Dat geldt dus voor notarissen, maar ook voor gerechtsdeurwaarders. In België zijn ook advocaten onderworpen aan soortgelijke wetten.
De wetten zijn tot stand gekomen na een arrest van de Hoge Raad. We moeten daarvoor terug naar 1984 – naar een zaak betreffende het faillissement van een zekere notaris Slis-Stroom. Dit bedrijf sleurde namelijk tijdens zijn faillissement óók een aantal derdengelden mee de afgerond in. Een situatie die volgens de Hoge Raad voorkomen had kunnen en moeten worden. Zodoende zijn er reglementen rondom derdengelden getroffen – in de vorm van onder meer deze wetten.
Het doel van de rekening, soms ook wel een zakelijke beheerrekening genoemd, is dan ook simpel: derde gelden gescheiden houden van het kantoorvermogen van de deurwaarder, de notaris of – in België – de advocaat. Daarmee is die €400.000 die je aan je nieuwe koophuis wilde besteden in ieder geval gegarandeerd tijdens een onverhoopt faillissement.
Naast derdegeldenrekeningen bieden ABN AMRO, ING en Rabobank ook zakelijke rekeningen aan.
Oneigenlijk gebruik
Bescherming tegen een eventueel faillissement is echter niet de enige reden achter de totstandkoming van zo’n rekening. Hoewel we de notaris of gerechtsdeurwaarder natuurlijk maar wat graag op zijn of haar blauwe ogen willen geloven, kan het natuurlijk gewóón zo zijn dat deze persoon zichzelf iets cadeau doet met jouw geld. Misschien koopt ‘ie zelf wel een huis.
Goed – dat is misschien een beetje overdreven. Maar door het geld tijdelijk op een andere rekening te zetten, voorkom je in zekere zin wél dat een notaris eventuele uitgaven met jouw geld verricht. Oneigenlijk gebruik, noemen we dat.
Waar mag een derdengeldrekening voor worden gebruikt?
Het verbaast je waarschijnlijk niet dat zo’n rekening in zijn gebruik enigszins beperkt is. De twee hierboven genoemde wetten stellen namelijk dat de rekeningen uitsluitend gebruikt mogen worden voor transacties waarbij de notaris direct is betrokken.
Hoewel dat misschien klinkt als weinig, zijn er nogal wat situaties te bedenken waarbij een kwaliteitsrekening om de hoek komt kijken. We noemden al de aankoop van een woning, maar het is ook mogelijk om openstaande declaraties via een derde rekening vast te houden. Misschien heb je wel een rechtszaak gewonnen – of verloren – en heb je een derdenrekening nodig om dit geld van A naar B te krijgen. En in wéér andere, redelijk uitzonderlijke gevallen beschikt iemand niet over een bankrekening, waardoor een derdengeldrekening een tijdelijke oplossing biedt. Voorbeelden genoeg!
Hoe wordt het gebruik van een derdengeldrekening gehanteerd?
Dan resteert ons nog een uitleg over de controle van transacties van en naar een kwaliteitsrekening. Want hoe weten we nu écht of de notaris uitsluitend geld van zijn gebruikelijke, zakelijke rekening haalt?
Dat doen we door middel van strakke regels die allemaal zijn afgeleid van de twee hierboven genoemde wetten: de Wet op het notarisambt (Wna) en de Gerechtsdeurwaarderswet. Deze stellen simpelweg dat een notaris alléén geld vanaf een kwaliteitsrekening mag overmaken wanneer hij of zij dit doet naar de rekening van de persoon die ook daadwerkelijk recht heeft op de betaling. Dat kan een koper zijn, maar ook een verkoper en zelfs een andere partij. Een bank, bijvoorbeeld.
Uitzonderingen
In zeer zeldzame gevallen is het voor een notaris mogelijk om geld vanaf een kwaliteitsrekening over te maken naar niet-rechthebbenden. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer er, om welke reden dan ook, een tweede notaris bij een specifieke transactie komt kijken.
Dit is – om bij het voorbeeld van het koophuis te blijven – bijvoorbeeld het geval wanneer er een makelaar, een hypotheekbemiddelaar of een taxateur bij de koop is betrokken. Dat zijn allemaal géén belanghebbenden, maar wél personen die mogelijk geld van een derdengeldrekening moeten ontvangen.
Ook interessant:
Zakelijke bankrekening voor ZZP’ers